Reductie en verwaarding van reststromen
Of het nu gaat om eetbare voedselresten of oneetbare reststromen, een fabrikant zal altijd streven naar zo min mogelijk verliezen, omdat de efficiëntie waarmee een fabrikant input (grondstoffen) omzet in output (eindproducten) en de waarde die hij daarbij toevoegt de belangrijkste pijlers van zijn businessmodel vormen.
Om reststromen te verminderen optimaliseren fabrikanten o.a. hun productielijnen en hun logistieke systemen. Ook productinnovatie, waardoor meer eindproduct uit grondstoffen gehaald kan worden, of conserveringstechnieken dragen bij aan de vermindering van reststromen en dus aan grondstofefficiëntie.
Binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel kijken ketenpartners LTO Nederland, FNLI, CBL, KHN en Veneca naar reductie van reststromen in de gehele agrifoodketen. Naast optimalisatie binnen de eigen ketenschakel, is immers samenwerking tussen leveranciers en afnemers nodig om te zorgen dat de gehele keten zo efficiënt mogelijk wordt ingericht en netto reststromen worden gereduceerd.
Verwaarding van reststromen
Omdat afval en reststromen nooit tot nul zullen worden teruggebracht, is ook een zo hoog mogelijke “verwaarding” van reststromen een aandachtspunt voor bedrijven. Reststromen worden onder meer gebruikt voor de productie van andere levensmiddelen, gebruiksvoorwerpen, veevoer en duurzame energie.
De mogelijkheden tot reductie en verwaarding van reststromen zijn in elke sector en in elke fabriek anders. Wetgeving, praktische omstandigheden, financiële overwegingen, kennisvragen en externe factoren kunnen een optimale omgang met reststromen belemmeren. Voorbeeld: wanneer een bedrijf heeft geïnvesteerd in een bio-vergister, is vergisting van reststromen de logische en meest duurzame keuze, hoewel in theorie wellicht niet de meest hoogwaardige. En externe factoren als weersomstandigheden hebben effect op oogstkwaliteit, maar in bepaalde sectoren ook op consumentenvraag (denk aan barbecuesauzen).
Het is dus van belang dat optimalisatie van reststromen integraal wordt meegenomen in het commerciële contact tussen leveranciers en afnemers in de keten, en ketenpartners gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor een zo efficiënt mogelijke inrichting van de gehele keten. Goede onderlinge communicatie over verloop in vraag en aanbod is hierbij cruciaal, evenals de ontwikkeling van een gezamenlijk economische prikkel tot verdere optimalisatie van reststromen.